De innovatie ‘markt’

Er zijn allerlei partijen die primair belang hebben bij innovatie en die (proberen) dit (te) stimuleren, van overheid, NGO’s, onderwijs en gezondheidszorg tot banken, verzekeraars en uiteraard ondernemingen. De primaire partijen profiteren direct van innovaties, omdat het hen kan helpen bij hun primaire proces. Zij zijn als het ware klant van de innovatie en kunnen er direct (financieel) voordeel bij hebben, door bijvoorbeeld kostenbesparing, minder verspilling, productinnovatie, marktvergroting en/of meer omzet. Dit zijn de beter meetbare voordelen. Dan heb je ook nog de minder ‘grijpbare’, indirecte, voordelen van innovatie als bevordering van welzijn, beter milieu, maatschappelijke impact, biodiversiteit, enz. Deze primaire partijen investeren vaak zelf ook in de innovatie met geld, kennis, middelen en/of menskracht. De innovatie vindt ‘in house’ plaats of wordt uitbesteed. Ook komt het voor dat de innovatie wordt ‘ingekocht’, bijvoorbeeld door het overnemen van een startup.

Daarnaast zijn er partijen die secundair belang hebben bij innovatie. Hoewel zij (meestal) geen direct voordeel van de innovatie hebben, is hun belang bij een succesvolle innovatie groot. Deze partijen investeren in de innovatie met geld, kennis, middelen en/of menskracht, en hopen daar een groot (financieel) rendement uit te halen. Bekende partijen hierin zijn: FFF (Friends, Family and Fans), angel investeerders, venture capitalists, institutionele investeerders (zoals pensioenfondsen), investeringsfondsen, banken en lokale, regionale, landelijke en Europese overheden middels subsidies. Meer recent zijn daar micro-financieringsfondsen, crowdfunding en ICO’s (Initial Coin Offering) bij gekomen.